2021-08-28

Energietransitie 2015

In een reeks Energietransitie Studio’s in Groningen onderzoeken masterstudenten analyserend en ontwerpend de ruimtelijke betekenis van de regionale energietransitie. Ze spelen in op de behoefte aan kennis en beelden van de ruimtelijke implicaties, kansen en opgaven, die volgen uit de energietransitie op verschillende schaalniveaus.

Als iets duidelijk is in Groningen, dan is het dat de energietransitie zich niet beperkt tot de energievoorziening zelf. Dit is in negatieve zin evident door de aardbevingsproblematiek. De studio werkt vanuit de positieve invalshoek: het transformeren van een systeem gebaseerd op fossiele energie naar een systeem dat minder energie nodig heeft, hernieuwbare energie produceert en van sociaal-culturele, economische en ecologische meerwaarde is.

De energietransitie heeft betrekking op onze gehele levenswijze: De productie van voedsel; de verwerking van afval; de omgang met water; mobiliteit etc. Het betreft een systeem- en gedragsverandering. Een nieuwe rol en houding van stakeholders, experts, ontwerpers en gebruikers. Er ontwikkelt zich een community of practice rond de studio, waarin de ontwerpers, stakeholders, gebruikers en onderzoekers samen werken en leren. Vragen zijn ‘Wat is de ruimtelijke impact van de energietransitie?’ Op welke wijze en op welk schaalniveau kunnen verschillende stakeholders middels optimalisatie van de stroominfrastructuur, ruimtelijk, economisch, social, ecologisch en programmatisch bijdragen aan de gewenste verbetering van stad en land, zodat regio, stad en dorpen profiteren van een betere performance? Hoe kunnen we mensen in beweging brengen, zodat de voorgestelde transitie in werking treedt?

In een viertal stappen, waaronder een intensieve workshop, gesprekken met stakeholders en een masterclass scenario-ontwerpen maken de studenten zich de materie eigen. Ze genereren ruimtelijke ontwerpvoorstellen op meerdere schaalniveaus. Onderzoek, ontwerp, lokale en regionale vragen komen bijeen.

Drie mechanismen

De gesprekken met stakeholders leiden tot wijkgerichte vragen: wat kunnen energie-interventies betekenen voor gezond ouder worden en wat kunnen ze bijdragen om collectieve verantwoordelijkheid te versterken? De analyses en ontwerpvoorstellen bieden inzicht in ontwerpmechanismen, die bijdragen aan het ontwerpend verkennen van mogelijke antwoorden op de vragen.

Ingrijpen in de dagelijkse routine

59% van alle vervoersbewegingen in Groningen vinden plaats met de fiets. In Europapark blijkt de auto (op fossiele brandstof) relatief veel ruimte te krijgen, ondanks een goed treinstation en de beperkte fietsafstand tot het centrum. Het voorstel ‘Transpoort hop’ onderzoekt hoe de ambities van fietsstad Groningen zich laten vertalen naar Europapark. Ze stimuleert de overstap naar duurzame auto’s en naar fiets en OV. Minder (ruimtes voor) auto’s op fossiele brandstof resulteren in een schonere lucht, minder gebruik van fossiele brandstoffen, minder uitstoot van CO2 en fijnstof en kostenbesparingen. Dit vraagt ander reisgedrag van forenzen, bezoekers en bewoners en/of de beslissing om dichterbij werk of opleiding te gaan wonen. Om deze rigoureuze kanteling in de dagelijkse routine van reizigers te vereenvoudigen is een centrale hub beschikbaar om e-cars en e-bikes te parkeren en laden. Een kans om ook energie op te slaan. Het voorstel maakt lopen, fietsen, sporten en dagelijks bewegen nog aantrekkelijker door meer en groenere routes. Een nieuwe architectuurtypologie combineert wonen en werken, met als resultaat minder transportbewegingen en een efficiënter ruimte- en energiegebruik op gebouwniveau.

In kaart brengen van de energie potentie

In Europapark maakt het voorstel ‘Waterrijk’ gebruik van de onontwikkelde en in onbruik rakende gebiedsdelen, zoals braakliggende terreinen en het water dat zal worden afgesloten van het doorgaande vaarnetwerk. Het ontwerp combineert energie-, voedsel- en schoonwaterproductie met nieuwe verblijfskwaliteit en een lokaal verdienmodel. In grote bassins vormen eendenkroos en diverse gras- en plantensoorten een bron voor biobrandstof, veevoeder en schoon water. Door het bijzondere ontwerp vormt de plantage een aangenaam park- , zwem- en productiegebied. De ingreep biedt spannende aanleidingen voor nieuwe activiteiten, ontmoetingen en bewegingen op de schaal van de wijk en aanknopingspunten voor een gezondere leefomgeving en levensstijl.

Ingrijpen in de stroominfrastructuur

Het project ‘Transition kickstarters’ onderzoekt op de schaal van het woonblok wat ingrepen kunnen bijdragen aan een krachtiger sociale cohesie, sterkere lokale economie, meer diversiteit en ruimtelijke kwaliteit in de stempelwijk Selwerd. Hier is geen geld voor grootschalige wijkvernieuwing. Het gemiddeld inkomen is laag. Meer dan de helft van de inkomens gaat op aan energie en voedsel. De wijk gaat energetisch en sociaal achteruit. Een belangrijke onderzoeksvraag is of energie-oplossingen eraan kunnen bijdragen dat het geld in de wijk blijft en bewoners samen meer verantwoordelijkheid nemen. Vier concepten laten zien hoe hergebruik van afval, productie van lokaal voedsel, toepassing van hernieuwbare energie en zuivering van water zouden kunnen leiden tot meervoudige waarde-ontwikkeling en nieuwe collectiviteit op de nu functieloze binnenhoven: Een ruilwinkel en wijkwerkplaats. Een voedselcluster van kassen (tevens CO2 opname) icm. horeca. Een oplaadstation voor e-cars en e-bikes op geothermie gecombineerd met flexwerkplekken. De vierde uitwerking is een zuiveringssysteem voor afvalwater op blokniveau. Deze systeeminterventie laat zich ruimtelijk vertalen naar een waterzuiveringsvijver. Koppeling van het schone water aan geothermische warmte maakt een natuurbad en buurtwasserette mogelijk. Er ontstaat een lokale kringloop, een lokaal verdienmodel en een aantrekkelijk ogende collectieve functie, ofwel ecologische, energetische, economische en ruimtelijke meerwaarde.

Conclusies

De overtuiging groeit dat de energietransitie kansen biedt voor een gezondere stad. Nieuwe ontwerpmechanismen en bijbehorende vaardigheden komen aan bod: Het leren onderscheiden van lokale behoeften en energiepotentieel, het ingrijpen in stromen en het interveniëren in de dagelijkste routine van mensen (Bernardt, van Spijk, van Assen, 2015). Dit atelier laat tevens zien hoe de stad verandert en hoe het ‘stapelen’ of aan elkaar schakelen van interventies de meerwaarde doet toenemen. Interessant zijn de momenten waarop energie, gezondheid en vragen van stakeholders kunnen worden verbonden in een meervoudige waarde-ontwikkeling, zoals bij het voorstel Waterrijk. De voorstellen bieden concrete perspectieven en aanknopingspunten voor andere locaties, maar zijn voor de grotere schaal nog onvoldoende in beeld gebracht. Hier zou ontwerpend onderzoek de integratie tussen techniek, stad, economie, stakeholders en sturingsstrategie meer gestalte kunnen geven. Het mobiliseren van bewoners, stakeholders en experts kan beter. Reden om de community of practice meer inhoud te het steviger lokaal verbinden van de studio. Meer dan nu zou het interdisciplinair teruglussen naar de vragen en het technisch en financieel uitwerken van de concepten de (her)haalbaarheid, overtuigingskracht en meerwaarde van de voorstellen kunnen vergroten.

Credits

AvB Groningen i.s.m. gemeente Groningen, provincie Groningen, Waterschap Noorderzijlvest, ROC Noorderpoort, Bewoners Stoker en Brander Europapark, Bewoners De Linie, Platform Euroborg, Parkmanagement industriegebied en bedrijventerreinen, H.J. Scholten, havenmeester Europapark, bewoners en buurthuis Selwerd, Wijkbedrijf Selwerd, Zinn zorg in de wijk, Eetbare straat De Gelderse Es, Buurtmoestuin wijkbedrijf Selwerd, Wijkleerbedrijf Selwerd, Wijkraad Selwerd, kapper winkelplein Selwerd, Bloemenboetiek Selwerd, Kenniscentrum Noorderruimte en Lectoraat Future Urban Regions.
Docenten: Alex van Spijk (Gildeploeg en Hanzehogeschool, kenniscentrum Noorderruimte) en René Heijne, (René Heijne Architecten)
Bijdragen: Jan Martijn Eekhof (Gemeente Groningen), Jan Buiten (provincie Groningen), Jasper Schweigman (Gemeente Groningen), Emiel Galetska (Waterschap Noorderzijlvest), Bettina van Hoven, faculteit Ruimtelijke Wetenschappen RuG Groningen, Christian Salewski (ETH Zurich), interviews met diverse bewoners en stakeholders.
Studenten: Omar Smids, Thomas Steensma, Ronald Brunsting, Simone Poel, Tom de Vries, Guido Tits, Chris Pekel, Yerun Karabey en Mark Venema, Douwe Drijfhout.
Onderzoekers: Clemens Bernhardt (lectoraat Ruimtelijke Transformaties, Hanzehogeschool) en Sandra van Assen (FUR).

Bronnen

• Wijkinterviews in februari en maart 2015. • Bernardt, C., Spijk van A & Assen van S., 10-12 sept. 2015 Transition skills, Architecture and resilience on a human scale: Interdisciplinary conference of the University of Sheffield.

beeld

Transition Kickstarter (Yerun Karabey, Mark Venema)

beeld

Waterrijk Europapark (Douwe Drijfhout)

beeld

Transpoort Hop (Chris Pekel)