“Hoe kunnen strategische interventies in de stad of het landschap een nieuwe economie in gang zetten en de potenties van de Zaanstreek als gemengd woon-, werk- en recreatiegebied benutten?”
Met deze vraag als vertrekpunt van de studio is een ‘strategisch masterplan’ ontwikkeld voor het stedelijk landschap van Zaanstad en omgeving. Doel daarvan is om de economische structuur en condities van Zaanstad te verbeteren, door middel van samenhangende ruimtelijke interventies in de stad en het buitengebied. Binnen de visie zijn plekken of deelgebieden uitgewerkt die van strategisch belang zijn voor het slagen van de visie.
Methode
Het project was opgedeeld in twee delen. In het eerste deel werd vanuit specifieke economische invalshoeken binnen vijf groepen onderzoek gedaan: lokale economie, historie van de economie, wonen en werken, toeristische economie en economie van het landschap. Elke groep had een eigen onderzoeksvraag en trachtte daarmee antwoord te geven op de hoofdvraag. Op basis van de DOCA methode is op een gestructureerde wijze informatie verzameld (Data). De Anecdotes zijn verzameld door middel van excursies, (locale) sprekers en overige vormen van veldwerk. Daarnaast is uit verschillende bronnen data verzameld en leidde het onderzoek tot het in kaart brengen van specifieke deelaspecten. Vanuit de informatie die dit onderzoek heeft opgeleverd zijn verschillende Opportunities (opgaven) geformuleerd en lag in het tweede deel het accent op het reageren op Challenges, ofwel ruimtelijke uitdagingen, het ontwikkelen van een ruimtelijke strategie en de uitwerking van onderdelen.
Onderzoek: DNA van de Zaanstreek
De resultaten van de deelonderzoeken waren zeer uiteenlopend. Vooral het onderzoek naar de “historie van de economie” levert een breed scala aan nieuwe inzichten. Zorgvuldig zijn economische, maatschappelijke ontwikkelingen van de Zaanstreek, de omgeving en de wereld gekoppeld aan ruimtelijke veranderingen in de regio. Hierdoor werd veel inzicht verkregen in het DNA van de regio en werd aangetoond dat de Zaanstreek zich meerdere malen opnieuw heeft uitgevonden. De nieuwe innovatiegolf blijft tot nu toe uit. Opvallend is overigens dat vooral de veranderingen in het watersysteem zorgden voor economische groei en krimp. Deze heeft tevens de continue relatie van wederzijdse afhankelijkheid van Zaanstad met Amsterdam gekleurd. Het onderzoek naar de “lokale economie” bracht vooral in beeld dat er al veel gebeurt in Zaanstad, maar dat dit erg verspreid is door de ruimtelijke opbouw van de stad. Verstrooid over de zeven Zaanse buurten is de lokale economie nauwelijks verbonden met de grotere bedrijven die in Zaanstad gevestigd zijn. Het deelonderzoek naar ‘toeristische economie’ legde de potenties van een ‘industrie-toerisme’ bloot. Daarvoor is het echter van groot belang dat het recreatieve netwerk in en om de Zaanstreek radicaal verbetert.
Strategieën: Caleidoscoop aan interventies
De ontwikkelde strategieën geven een caleidoscoop aan ruimtelijk-economische interventies die in vier groepen kunnen worden gecategoriseerd.
De eerste groep strategieën gaat uit van een sterke ruimtelijke focus: De projecten Zaanfront, Oog aan de Zaan, Emerging Economies en Creative Campus Hembrug combineren een grote, eenduidige infrastructurele ingreep met clustering van ruimtelijke en economische activiteiten. ‘Zaanfront’ en ‘Oog aan de Zaan' verknopen Zaanstad met Amsterdam door een nieuwe Hembrug. Met het doortrekken van tram 26 is het Hembrug terrein ineens onderdeel van de gehele IJ-oevers. Daarin toont ‘Zaanfront’ de potentie van een ‘Biobased Campus’ en brengt de circulaire economie van Zaanstad weer tot leven in een nieuwe hoogconjunctuur.
Een tweede strategie zet juist in op vele kleine interventies: Remediating Zaanstad, Zaans Next Public, Zaanboulevard, ZIZ, Hide and Reveal en Zaanse Rondjes. De acupunctuur moet de ruimtelijk-economische structuur van Zaanstad versterken. De interventies zijn vaak gekoppeld aan de belangrijkste (economische) drager van de streek, de Zaan. “Zaanse Rondjes” ontwerpt een toolbox met interventies om de ontbrekende schakels tussen potentiële toeristische plekken te verbeteren. Door de fiets- en waterstructuur te koppelen aan gerichte programmatische interventies.
De derde strategie vertrekt vanuit een diepgaande analyse van het stedelijk ecosysteem: ZAAN3DAM, Hide and Reveal en Zaanfront. Het systemisch doorgronden van voedselproductie ketens en toerisme stromen legt ontbrekende schakels bloot en toont nieuwe potenties in relatie tot andere economische sectoren (crossovers). De strategie van “ZAAN3DAM” koppelt de sterke voedselsector aan 3D print technieken. Algenproductie in het landschap wordt gekoppeld aan nieuwe 3Dfoodprint fabrieken in de stad, met bijbehorende nieuwe infrastructuur, educatie en consumptieplekken.
De vierde en laatste strategie zet in op het interveniëren op structuur- en systeemniveau . Bevrijd Zaanstad voor de nieuwe economie en Next Economy Zaanstad stellen voor om wijzigingen aan te brengen in het systeem, zodat kansen ontstaan voor een nieuwe economie. “Bevrijd Zaanstad voor de nieuwe economie” onderzoekt of het wegnemen en veranderen van milieu-contouren nieuwe kansrijke ontwikkelmogelijkheden en gebieden blootlegt, waar transformaties in wonen en werken kunnen starten. Dit kiemproces wordt gekoppeld aan meer oost-west georiënteerde interventies van de ontsluitingsstructuur, waardoor een fijnmaziger grid en daarmee een betere doorbloeding voor economische vitaliteit ontstaat.
Een niet formeel geïdentificeerde kans voor Zaanstad is wellicht om bovenstaande ruimtelijk-economische strategieën parallel te gaan toepassen. De specifieke ruimtelijke en historische structuur van Zaanstad vraagt om een veelheid van ingrepen op verschillende schaalniveaus.
Aanbevelingen voor een vitale economie
Het onderzoek heeft een waaier aan antwoorden opgeleverd. Het onderdeel van DOCA dat historisch ruimtelijk analyseert (Challenges) en nieuwe toekomsten verkent (Opportunities) levert een interessante dialoog op van verschillende typen strategieën. Het terugkijken (‘historie van de economie’) produceert samen met het vooruitkijken (ZAAN3DAM) een nieuwe denkpiste, want het veronderstelt niet een ontwikkelingsstrategie op basis van locaties in de stad, maar juist een strategie die uitgaat van de prestaties die de stad moet leveren. De consequenties hiervan zijn een systemische interventie op basis van een analyse van het gebruik van de stad. Een meer vitalere, veerkrachtige economische prestatie van de stad kan alleen ontwikkeld worden als de stad diverser wordt in haar economie. Hiervoor is innovatie essentieel, waarbij crossovers van sectoren noodzakelijk zijn, die wel geworteld zijn in Zaanstad (DNA) en inspelen op mogelijke toekomsten. (ZAAN3DSTAD)
De gemeente Zaanstad zei hier over: “Het heeft onze blik op de opgave niet veranderd, wel gezorgd voor een bewustwording en een andere kijk op mogelijke toekomstscenario’s.” Positief is dan ook dat de gemeente Zaanstad en provincie Noord-Holland erg betrokken zijn geraakt bij de studio en de studio-resultaten en het lectoraat FUR betrokken zullen worden bij discussies over de toekomst van de stad. (MAAK.Zaanstad) De ‘Next Economy’ van Zaanstad is vooral een groots onderwerp, wat zich op veel verschillende schaalniveaus afspeelt (lokaal-regionaal-globaal) en waarbij ruimtelijke interventies slechts een klein aandeel hebben in de mogelijke reeks oplossingen. Dat besef moet er ook zijn. In een volgende studio zou dan ook een meer ingekaderd onderwerp moeten worden gekozen, waarbij in een vroeg stadium op een klein schaalniveau ontwerpend onderzoek gedaan moet worden, waarbij de relatie tussen ruimte en economie veel duidelijker gemaakt kan worden. Naast het betrekken van lokale overheden, zou het goed zijn om het bedrijfsleven veel meer te betrekken bij de studio.
Credits
Opleiding: Academie van Bouwkunst Amsterdam – Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten Jaar: 2014-2015 Waar Zaanstreek, Nederland Onderzoeker: Marco Broekman Studenten: Kim Baake, Frank den Boer, Jelmar Brouwer, Hein Coumou, Floris Grondman, Michiel Homs, Jacco Jansen, Kim Kool, Mirte van Laarhoven, Willemijn van Manen, Katarina Noteberg, Marie Séon, Mark Spaan, Mark van Vilsteren, Frank Vonk, Brigitta van Weeren Docenten: Marco Broekman, Dingeman Deijs, Rik de Visser Overig betrokken bij het onderwijs: Arjan Klok en Maike van Stiphout (AvBA) Stakeholders: gemeente Zaanstad – Jan Heijink, Mirte Rozemond, Gert Peter Vos; gemeente Amsterdam dienst Ruimte en Duurzaamheid – Eric van der Kooij; provincie Noord‑Holland – Ton Bossink, Jurjen Tjarks; Broedplaats aan de Zaan – Albert Groothuizen, Ellen Holleman, Aad Verburg; UvA, Economic Board Amsterdam – Zef Hemel